Nederland opent het WK met een zware wedstrijd tegen Senegal. Op papier is het Afrikaanse land misschien niet de meest grote naam, maar vergeet niet dat Senegal de laatste editie van de Africa Cup won.

Dan kan je wel wat. Echter toen stond de naam Sadio Mané, de absolute vedette van Senegal, nog genoteerd op het wedstrijdformulier. Dat zal dit WK niet gebeuren want Mané blijkt niet fit genoeg om te spelen. De dertigjarige aanvaller is niet op tijd hersteld van zijn kuitblessure.

Senegal heeft nog andere namen die Oranje angst kunnen inboezemen. Kalidou Koulibaly (Chelsea), Cheickhou Kouyaté (Nottingham Forest) en Ismaïla Sarr (Watford) bijvoorbeeld.

Gelukkig spelen er bij Nederland ook geen koekenbakkers. Na de afwezigheid van vier jaar geleden, keert de nummer drie van het WK in 2014 en de verliezend finalist van 2010 terug op het hoogste niveau. Nederland behoort niet tot de topfavorieten, maar wel tot de landen die het ver kunnen schoppen.

Op het veld zijn Frenkie de Jong en in mindere mate Memphis Depay de sterren. Naast het veld is dat bondscoach Louis van Gaal, die aan zijn laatste klus bezig is. Het zou een prachtige kers op de taart zijn als hij Nederland de wereldtitel kan bezorgen.

Begin van een lange route

Over een wereldtitel wordt, terecht, nog lang niet gesproken. Nederland moet eerst de poule zien door te komen. Dat mag geen probleem zijn. Een goede start tegen Senegal zou fijn zijn.

Senegal doet voor de derde keer mee aan het WK. Bij het debuut in 2002 werd verrassend de kwartfinale gehaald, in 2018 bleef Senegal in de groepsfase steken.

Het wordt de eerste ontmoeting tussen Nederland en Senegal, en misschien ook wel de leukste wedstrijd uit groep A. Twee ploegen die kwaliteit hebben en willen voetballen.

Alleen al uit chauvinistisch oogpunt start Nederland als favoriet. En gezien de kwaliteit van Oranje moet er zeker gewonnen kunnen worden. Alleen mag Senegal niet worden onderschat.