Na de boete voor Bwin heeft ook het bedrijf achter Unibet, de Kindred Group een boete van € 470.000 mogen ontvangen van de Nederlandse Kansspel Autoriteit (KSA).

Officieel voor het accepteren van weddenschappen van Nederlandse klanten op basis van de Wet op Kansspelen van 1964. De beslissing is in lijn met soortgelijke beslissingen die de KSA de afgelopen 18 maanden heeft gegeven.

Trannel International Ltd, een volledige dochteronderneming van de Kindred Group heeft de boete van € 470.000 gekregen voor het accepteren van weddenschappen van Nederlandse klanten. De beslissing van de KSA heeft betrekking op onderzoeken voorafgaand aan de onlangs goedgekeurde Wet kansspelen op afstand.

Kindred respecteert alle verzoeken van de Nederlandse toezichthouder en voldoet naar eigen zeggen volledig aan de regels die eerder dit jaar door het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn opgesteld. Kindred blijft zich inzetten voor een constructieve dialoog met de regulator en andere belanghebbenden.

In afwachting van de oprichting van een gereguleerde online gokmarkt in 2021, streeft Kindred ernaar een leidende rol te spelen bij het bevorderen van de doelstellingen van het Nederlandse gokbeleid, zoals consumentenbescherming. Kindred benadrukt bijvoorbeeld de ambitie om tegen 2023 een omzet van nul procent te halen uit schadelijk gokken.

De Nederlandse Senaat keurde de Wet kansspelen op afstand op 19 februari 2019 goed, een wet die de huidige Wet op Kansspelen uit 1964 zal vervangen. De KSA verwacht in het derde kwartaal 2021 Nederlandse licenties af te geven en Kindred blijft vastbesloten om een ​​licentie te verkrijgen voor het aanbieden van online sportweddenschappen door Unibet, zodra de Nederlandse markt opengaat.

De bevindingen van eerder opnieuw gereguleerde markten in Europa, het meest recent in Zweden, tonen aan dat het van het begin af aan noodzakelijk is om een ​​hoog niveau van kanalisatie te bereiken om een ​​succesvolle en functionerende markt met een sterke consumentenbescherming te waarborgen.

Kindred heeft besloten in beroep te gaan tegen de KSA-uitspraak in afwachting van de secundaire wetgeving van het ministerie van Justitie en Veiligheid, evenals de publicatie door het KSA van de beleidsregels over vergunningaanvragen en vereisten om meer duidelijkheid te scheppen over het vergunningaanvraagproces.